Van Banyuwangi naar Ubud

Er zijn van Java (Banyuwangi) een aantal manieren om op Bali terecht te komen via het water: met auto/shuttle, met luxe touringcar of (budget versie) met local vervoer.

In de haven Ketapang, iets ten noorden van Banyuwangi, kun je vrij makkelijk op de bonnefooi opdagen en hetzij in een auto stappen (met waarschijnlijk wat andere passagiers) dan wel een luxe touringcar instijgen. Het voordeel van deze twee methodes is dat de ferry er al bij inbegrepen is. Deze routes gaan echter meestal alleen naar Denpasar, dus als je ergens anders heen wil op Bali moet je wat beter zoeken. Ik had geen haast, en het leek me wel leuk een keer met een echte locale busdienst te gaan, dus ik ging voor de low low budget optie – zoveel mogelijk althans.

Low budget naar Ubud

Vanaf Banyuwangi (Ketapang haven) gaat ongeveer elk half uur een ferry naar Bali (Gilimanuk), dus dat was vrij makkelijk. Daarvoor had ik (net als in Jakarta) wel een ferry-pasje nodig maar gelukkig wilde een plaatselijke gids het wel voor me betalen, waardoor ik zonder veel gedoe een ticket naar de overkant kreeg (8000 Rp geloof ik). Daardoor had ik wel een ticket in de algemene ruimte die gesponsord werd door een of ander plaatselijk popsterretje, wiens muziek vanuit een reclame stand nogal overheersend (inclusief tenenkrommende muziekvideo’s) door de ruimte blèrde. Gelukkig was het prima weer, dus ik kon lekker over de railing hangen.

Een drukte van jewelste tussen Java en Bali

Daar wel gelijk de kennismaking met de plaatselijke taxi-mafia. Ik had letterlijk 1 voet buiten het havenkantoor gezet of ik had er een aantal die me voor 500K (circa 34 EUR) naar Ubud wilden brengen. Daar had ik helemaal geen trek in, ik wilde liever met een bus. Een van de beste heren kon het niet laten zwaan-kleef-aan te spelen en me tot aan de bussen te begeleiden, alwaar ik 70K (ongeveer 5 EUR) diende te betalen voor een ritje in een krap, ongekoeld en lawaaiig busje, met een chauffeur die belde en rookte tegelijkertijd. Omringd door locals, was het wel een tof avontuur, alhoewel ik blij was dat ik na 5 uur mijn benen weer kon strekken.

Een gezellig druk busje vol

Het busje zette me af bij Mengwi Bus Terminal, waar natuurlijk ook iedereen deze argeloze backpacker wel wilde bedienen met taxi-diensten – waarbij ik weer even mijn irritatiegrens bereikte. Dat zal op mijn gezicht af te lezen zijn geweest, daarna had ik het vrij rustig.

Grab en Go-Jek

Er schijnt een nogal serieuze strijd gaande te zijn tussen de gevestigde taxi-chauffeurs enerzijds, en de online diensten van bijvoorbeeld Grab en Go-Jek. Die online taxi’s zijn op grote delen van het eiland verboden en het komt zelfs af en toe tot handgemeen.

Enerzijds snap ik dit probleem wel, want net als in Europa maken deze diensten de gevestigde orde kapot met bodemprijzen. Anderzijds is de taxi-markt op Bali zodanig ondoorzichtig dat ik altijd het gevoel heb teveel te betalen.

Lang verhaal kort, ik heb buiten de terminal een Grab geboekt die me naar Ubud kon brengen, om te voorkomen dat ik eerst nog anderhalf uur verder moest reizen naar Denpasar, en daarna weer twee uur terug.

Hoe Balinezen zelf met het milieu omgaan

De vriendelijke Grab chauffeur was slecht in Engels maar praatgraag. Heel gezellig. Toen we even in een korte file stonden vanwege een ceremonie, bestelde ik voor mezelf en hem porties sateh bij een toevallig langs wandelende straatverkoper. Hij helemaal blij.

Maar 3 kilometer verder vertraagt hij even bij een brug en flikkert al ons afval (vetpapier, stokjes en het plastic zakje waar alles in zit) zo over de balustrade, de rivier er onder in. Ik helemaal boos, zegt ‘ie doodleuk ‘no problem, goes to the ocean’. Nou, met die instelling snap ik de bende wel die ik overal tegenkom. Heb geen woord meer tegen hem gezegd. Zak hooi.

About the author

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *